Cookie beleid HVV Hollandia

De website van HVV Hollandia is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Frank Verëll

Frank Verëll

2 juni 2021 16:00

Tekst; Vincent Schot. / foto; Marcel Rob

Niet alleen binnen, maar ook buiten de lijnen van het zaalvoetbalveld was Frank Verëll een vreemde eend in de bijt. ,,Met één been stond ik in het voetbal en met het andere been stond ik in het studentenleven’’, legt hij uit. Het leverde de Hoornaar naast een succesvolle zaalvoetballoopbaan ook een rijke maatschappelijke carrière op in de financiële wereld. Hoewel hij na zijn laatste blessure nooit meer een bal heeft kunnen trappen, was er ook in zijn werkzame leven lang een prominente rol weggelegd voor de bal. Van 2015 tot 2019 werkte Verëll voor Fifpro, de internationale vakbond voor profvoetballers.

,,Vanuit mijn ervaringen in de financiële wereld én de voetbalwereld werd ik daarvoor gevraagd. Eerst drie jaar als commissaris en daarna ben ik er nog een jaar managing director geweest. In die rol sprak ik met alle commerciële coryfeeën van de Uefa en Fifa.’’

De enige bemoeienis die Verëll nu nog heeft met voetbal is op regionaal niveau. ,,Ik ben betrokken bij de fusie tussen Hollandia en Zwaluwen’30. In mijn tijd bij Veerhuys voetbalde ik ook op het veld bij Hollandia. Daar heb ik wel wat invalbeurtjes gehad in het eerste, maar speelde ik in het tweede. Ook als aanvaller. De combinatie tussen veld en zaal was zwaar, helemaal door de knieblessures die ik heb gehad. Op een gegeven moment ben ik naar de zaterdag 1 gegaan van Hollandia en later heb ik ook nog bij Zwaluwen’30 gespeeld. Dat ik voor beide clubs actief ben geweest, maakt het mooi om nu mee te mogen denken over de fusie tussen deze twee clubs.’’

2021-06-02.png

INTERVIEW Frank Verëll dacht niet aan patronen, maar aan acties en de kortste weg naar de goal

Na drie verloren finales werd ’t Hoornsche Veerhuys in 1993 voor het eerst landskampioen. Frank Verëll heeft nog lang de vruchten geplukt van dat moment.

 Als jochie van veertien ging Frank Verëll op vrijdagavond naar dansles. Althans, dat had hij zijn ouders wijsgemaakt. ,,Dat was in de periode dat iedereen nog op stijldansen moest, maar in werkelijkheid stond mijn voetbaltas klaar en ging ik zaalvoetballen.’’

Het leugentje hing de tiener niet op omdat ze in Huize Verëll niets ophadden met voetbal, maar had alles te maken met zijn leeftijd. ,,Ik speelde op het veld bij Hollandia toen ik eens werd gevraagd of ik wilde invallen in de zaal. Dat ben ik blijven doen, maar dat mocht destijds pas vanaf je zestiende.’’

Zijn vroege start in de zaal betaalde zich eind jaren tachtig, begin jaren negentig uit toen Verëll als speler van ’t Hoornsche Veerhuys de eerste glorieperiode van die club meemaakte. Wel moest hij zich daar als tiener nog een keer bovenmatig voor inspannen op de dansvloer. ,,Dat ik nooit naar dansles ging, ging goed totdat ik moest afdansen. Toen heb ik een meisje van school gevraagd om me snel al die pasjes nog te leren.’’

Op zijn zeventiende speelde de nu 55-jarige Hoornaar in de zaal nog voor Hollandia, maar een jaar later stapte hij over naar Veerhuys. ,,Met jongens als Hjalmar Hoekema, Ronald Biezen en Fred Breg begonnen we in het tweede, maar al snel gingen we naar het eerste. Daarin speelden toen ook spelers als André Bakker en Hans Manuputty.’’ Verëll was de vreemde eend in de bijt. ,,Iedereen dacht in patronen, zoals zaalvoetbal nu wordt gespeeld. Ik wilde acties maken en recht op het doel af.’’

Die spelopvatting, het gemak waarmee hij passeerde én zijn tweebenigheid maakte Verëll tot een veel scorende smaakmaker van de club die rond 1984/1985 te boek stond als ambitieus, maar ook als vriendenploeg. ,,Er werd niemand betaald, hooguit een onkostenvergoeding. Later werd er aan onze spelers getrokken. Die werden voor hoge bedragen benaderd.’’

Vreemd is het niet dat de spelers van de Hoornse club steeds gewilder werden. ’t Hoornsche Veerhuys meldde zich aan het einde van de jaren tachtig in de top van Nederland. Het resulteerde in drie finales om de landstitel, maar het was pas prijs in 1993. Over twee duels werd er toen afgerekend met Depa, de angstgegner uit Wijchen, die al twee keer te sterk was gebleken in de eindstrijd.

,,Dat was voor ons uniek’’, zegt Verëll. ,,Helemaal dat we uit niet alleen 2-6 wonnen, maar ze helemaal van de mat speelden. Voor de thuiswedstrijd was iedereen redelijk ontspannen. Kom maar op, dachten we in de tot echt de allerlaatste plek gevulde Vredehof. Het liep alleen voor geen meter en halverwege stonden we achter. We kregen me toen toch een donderspeech van coach Ruud Schreuder. Daarna stond iedereen op scherp en wonnen we alsnog met 6-5.’’

Het zorgde voor een enorm feest in het gelijknamige café. Verëll krijgt er spontaan weer hoofdpijn van als hij daaraan terugdenkt. ,,De club stond bekend om het café. Standaard gingen we daar na een wedstrijd een biertje drinken. Ik kan je vertellen dat het die avond niet bij één biertje bleef.’’

Dat het kwartje in 1993 de goede kant opviel, kwam volgens Verëll door de komst van André Tielens, Ferry Moleman en keeper Fred Bos. ,,Zij gaven ons net het extraatje dat we nodig hadden. We konden toen met twee totaal verschillende viertallen spelen en dat was voor tegenstanders héél vervelend.’’

Verëll voetbalde nog twee jaar door voordat een derde knieblessure hem op zijn 28e dwong te stoppen. Juist het jaar na zijn afscheid werd de tweede van de drie titels gepakt die de club in totaal won. Verëll is er er niet rouwig om dat hij die is misgelopen. ,,Het gaat om kwaliteit, niet om kwantiteit en daarom kijk ik met een grote glimlach terug op die periode.’’

De Hoornaar heeft in zijn werkzame leven veel gehad aan het winnen van de landstitel. ,,Of het nu ging om een sollicitatie of om iets anders: ik wist door dat moment dat ik onder grote druk het laatste zetje kon geven.’’

Bron: NHD
Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!